Uit: Onvoldoende bod, proefmodule Arb

Protocol bij onvoldoende bod

De wedstrijdleider wordt aan tafel geroepen, omdat een speler een onvoldoende bod heeft gedaan (art. 27).

• De wedstrijdleider vraagt de speler die arbitrage heeft geroepen, wat er aan de hand is en laat deze speler zijn verhaal doen.
• De wedstrijdleider overtuigt zich van het geheel van de biedingen die zijn gedaan. Met biedkaarten kan dit door de op tafel liggende kaarten te bekijken.
• De wedstrijdleider vraagt de overtreder of de beweringen juist zijn.
• De wedstrijdleider zoekt uit of de overtreder inmiddels getracht heeft de fout zelf al te corrigeren.
• Als de overtreder inderdaad getracht heeft te corrigeren, dan wordt hij geacht zijn keus voor een vervangende bieding daarmee reeds te hebben gemaakt (art. 27C). Nadat de consequenties van die keus zijn uitgelegd krijgt de opvolgende speler eerst de kans om het onvoldoende bod te accepteren.
• De wedstrijdleider zoekt uit of het onvoldoende bod kan worden verbeterd door een bod dat dezelfde speelsoort(en) aanduidt en of het onvoldoende bod kan worden verbeterd door een bod dat dezelfde betekenis heeft. De wedstrijdleider ondervraagt daartoe de overtreder buiten gehoorsafstand van de tafel. De wedstrijdleider vraagt de overtreder wat hem ertoe bracht deze bieding te doen en controleert dit aan de hand van diens kaarten en eventueel de systeemkaart.

Daarna gaan beiden terug naar de tafel.

De wedstrijdleider kiest
of voor art. 27B1a (het onvoldoende bod wordt verbeterd door het laagste bod dat dezelfde speelsoort(en) aanduidt, als de ingetrokken bieding)
of art. 27B1b (eenvoudig gezegd: er is een bieding die dezelfde boodschap overbrengt als het onvoldoende bod)
of art. 27B2 (andere situatie)

De wedstrijdleider heeft geconstateerd dat art. 27B1a van toepassing is

• De wedstrijdleider legt uit wat de gevolgen zijn van de keuze die de linkertegenstander nu gaat maken. Er wordt aangegeven dat bij niet accepteren de overtreder nu niet mag doubleren of redoubleren.
• Verder geeft de wedstrijdleider aan dat als de overtreder het laagst voldoende bod doet dat dezelfde speelsoort aanduidt, er verder geen rechtzetting is en dat bij een andere bieding de partner verder moet passen.
• De wedstrijdleider laat de linkertegenstander kiezen tussen wel accepteren en niet accepteren.
  
  • De linkertegenstander accepteert.
    • Het spel gaat door vanaf het onvoldoende bod en er is geen rechtzetting (art. 27A).
  • De linkertegenstander accepteert niet.
    • De overtreder moet zijn onvoldoende bod terugnemen.
    • De overtreder moet een bod doen dat wel voldoende is. Hij mag niet doubleren of redoubleren. Hij mag wel passen
      Als de overtreder het laagst voldoende bod doet, dat dezelfde speelsoort aanduidt, geeft de wedstrijdleider aan dat er verder geen rechtzetting is.
      Als de overtreder een ander bod doet of past, geeft de wedstrijdleider de partner van de overtreder de opdracht op dit spel verder te passen.
    
  

De wedstrijdleider heeft geconstateerd dat art. 27B1b van toepassing is
(er is een bieding die dezelfde boodschap overbrengt als het onvoldoende bod)
[deze variant is geen onderdeel van de module Basisvaardigheid Clubleiding Arbitreren].

• De wedstrijdleider legt uit wat de gevolgen zijn van de keuze die de linkertegenstander nu gaat maken.
• Verder geeft de wedstrijdleider aan dat als de overtreder zijn bod vervangt door een bieding die dezelfde betekenis heeft als het onvoldoende bod, er verder geen rechtzetting is en dat bij een ander bod of pas de partner verder moet passen. Hij geeft aan dat doublet of redoublet niet is toegestaan, tenzij dat nu juist de bieding is die dezelfde betekenis heeft als het onvoldoende bod.
• De wedstrijdleider legt uit, dat als een tegenstander het spel straks moet afspelen, er een voorspeelbeperking zou kunnen volgen (wordt verder in het gedeelte over "Voorspeelbeperking" behandeld, art. 26)

De wedstrijdleider heeft geconstateerd dat art. 27B2 (andere situatie) van toepassing is.

• De wedstrijdleider legt uit wat de gevolgen zijn van de keuze die de linkertegenstander nu gaat maken. Aangeven wordt dat bij niet accepteren de overtreder nu niet mag doubleren of redoubleren.
• Verder geeft de wedstrijdleider aan dat de partner van de overtreder verder moet passen.
• De wedstrijdleider laat de linkertegenstander kiezen tussen wel accepteren en niet accepteren.
  • De linkertegenstander accepteert.
    • Het spel gaat door vanaf het onvoldoende bod en er is geen rechtzetting (art. 27A).
  • De linkertegenstander accepteert niet.
    • De overtreder moet zijn onvoldoende bod terugnemen.
    • De overtreder moet een bod doen dat wel voldoende is of passen. Hij mag niet doubleren of redoubleren.
    • De wedstrijdleider geeft de partner van de overtreder de opdracht op dit spel verder te passen.
    • De wedstrijdleider legt uit, dat als een tegenstander het spel straks moet afspelen, er een voorspeelbeperking zou kunnen volgen (wordt verder in het gedeelte over "Voorspeelbeperkingen" behandeld, art. 26)