Uit: Onvoldoende bod, proefmodule Arb
Art. 18B t/m D, art. 27
Onvoldoende bod
5.3 Afhandeling van het onvoldoende bod
Wanneer een onvoldoende bod wordt gedaan, dient de wedstrijdleider te worden geroepen. Een tegenstander moet de keuze krijgen tussen een aantal mogelijkheden. De wedstrijdleider zal eerst alle mogelijkheden opnoemen en daarna de tegenstander de keuze laten maken het onvoldoende bod wel of niet te accepteren. Pas daarna mag de speler die het onvoldoende bod had gedaan zijn keuze maken.
Als de overtreder aangeeft dat er voor hem een sprongbod werd gedaan zonder een stopkaart, is er toch sprake van een onvoldoende bod.
De constatering
Nadat het onvoldoende bod is geconstateerd, moet meteen de wedstrijdleider geroepen worden. Vaak probeert een overtreder meteen zijn overtreding te corrigeren. Deze poging tot verbetering wordt geannuleerd. Hij moet wachten totdat de wedstrijdleider alle mogelijkheden heeft opgesomd en zijn linkertegenstander een keuze heeft gemaakt. Pas als de linkertegenstander het bod niet accepteert mag hij bieden. Zijn keus voor een eventuele vervangende bieding heeft hij met een voortijdige vervanging dan al wel gemaakt (art. 27C).
Accepteren (art. 27A)
De linkertegenstander van de overtreder mag, om te beginnen, het onvoldoende bod accepteren. Dan blijft dit bod gehandhaafd en diezelfde linkertegenstander is aan de beurt om te bieden. Het bod van de linkertegenstander hoeft alleen maar te voldoen aan art. 18C: het gaat om het onmiddellijk eraan voorafgaande bod.
De linkertegenstander kan ook 'de facto' accepteren. Dit doet die tegenstander door te bieden. Soms heeft iemand niet in de gaten dat een bod onvoldoende is en wordt er doorgeboden.
Voorbeeld: |
N W O Z |
|
West volgt 3♠ over een 1♥ opening van zuid. Daarna biedt noord 2♥. Als oost het onvoldoende bod van 2♥ accepteert, mag hij net zoals zijn partner heeft gedaan, 3♠ bieden, hij mag nu zelfs 2♠ bieden. Of accepteren verstandig is moet de oost speler zelf beslissen. Het kan lastig zijn met de biddingbox, een speler kan nu voor de tweede keer hetzelfde bod doen en van elk bod heeft hij maar één kaartje.
Voorbeeld:
♠ H10853
♥ A74
♦ 4
♣ A732
Partner noord opent 1♠ en oost doet een volgbod van 1♥. De zuidspeler let hier niet op en biedt nu 4♠. Dan blijkt pas, dat het volgbod van oost niet voldoende was. Door 4♠ te bieden heeft zuid het onvoldoende bod geaccepteerd.
Voorbeeld:
Speler oost ziet noord (zijn rechtertegenstander) 1♠ bieden en volgt met 2♣. Pas daarna merken beiden (oost en noord) dat west al met 2♥ had geopend. Het onvoldoende bod is geaccepteerd.
Niet accepteren: twee mogelijkheden (art. 27B)
Als het onvoldoende bod niet wordt geaccepteerd, moet de overtreder het bod terugnemen en de biedkaarten gaan terug in de biddingbox. Daarna moet de overtreder een voldoende bod doen. Hij mag nu alles bieden, behalve doublet en redoublet tenzij doublet of redoublet een betekenis heeft die ook reeds in het onvoldoende bod was opgenomen (art. 27B1b). De wedstrijdleider moet de speler aan tafel er nadrukkelijk op wijzen, dat hij niet mag (re)doubleren tenzij de situatie van art. 27B1b geldt. In principe moet partner op dit spel verder passen (art. 27B2), dat hangt af van de bieding die de overtreder nu doet.
Partner hoeft niet verder te passen als:
1) het onvoldoende bod wordt verbeterd door het laagste bod dat dezelfde speelsoort aanduidt als de ingetrokken bieding (art. 27B1a)
of
2) als de vervangende bieding een vergelijkbare betekenis heeft die ook reeds in de betekenis van het onvoldoende bod was opgenomen (art. 27B1b).
Nog een aantal bijbehorende zaken:
- Zoals altijd: als een speler een bieding heeft neergelegd en weer weghaalt is er mogelijk een voorspeelbeperking. Dat hoort de tegenstander te weten voordat hij zijn keuze maakt. De behandeling van voorspeelbeperkingen (art. 26) staat in het gedeelte over voorspeelbeperkingen.
- De vraag of een bieding vergelijkbaar is valt in principe buiten de stof van de module. Maar de wedstrijdleider moet wel een beslissing nemen. In zulke situaties is het advies om bij twijfel uit te gaan van vergelijkbare bieding, zodat de partner niet verplicht is verder te passen.
Een aantal voorbeelden
Het biedverloop gaat steeds:
West |
Noord |
Oost |
Zuid |
pas |
3♥ |
2♠ |
|
We gaan ervan uit dat de linker tegenstander het bod niet accepteert.
Oost heeft:
♠ AV10753 Oost dacht dat er 1♥ was geopend en dat hij 2♠,
♥ H94 een intermediate sprongvolgbod, kon bieden.
♦ A32
♣ 5
♠ AVB543 Oost dacht dat hij moest openen en speelt zwakke twee.
♥ 1084
♦ H8
♣ 83
♠ AHB543 Oost dacht dat hij moest openen en speelt sterke twee.
♥ 4
♦ AH82
♣ AV
♠ HV1043 Oost dacht dat hij moest openen en speelt Muiderbergse twee.
♥ 94
♦ A762
♣ 85
In het laatste geval duidt de opening een nog onbekende tweede kleur aan.
Na 3♥ heeft oost geen bod voorhanden dat ook een onbekende tweede kleur aanduidt.
Artikel 27B1a is daarom niet van toepassing. Ook is 3♠ geen vergelijkbare bieding. In dit geval mag oost niet doubleren en moet partner, west, verder passen.