Uit: Schema's parenwedstrijden, proefmodule Org
Module BVC Organiseren
1. 3. Schema's voor parenwedstrijd
1.2. Het schema en de gidsbriefjes
Al voordat een clubavond begint, kiest de organisator voor elke groep het schema dat gebruikt gaat worden. De meest gebruikte schema’s in Nederland zijn de Multiplex schema’s, waarbij op één set briefjes een groot aantal schema’s staat. Andere schema’s, die meer geschikt zijn voor een clubavond, zijn de clubcompetitieschema’s.
In het schema kan de organisator lezen welke spellen in welke ronde aan welke tafels gespeeld worden. Aan de hand hiervan legt de wedstrijdleider voor de wedstrijd de spellen klaar op de tafels.
De multiplex schema’s hanteren de zogenaamde universele beginpositie. Die houdt in dat de paren met een oneven paarnummer altijd beginnen als noord-zuid en de paren met een even paarnummer als oost-west. De paren 1 en 2 beginnen aan tafel 1, 3 en 4 aan tafel 2 enzovoort.
De universele beginpositie is:
tafel |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
Noord-Zuid |
1 |
3 |
5 |
7 |
9 |
11 |
Oost-West |
2 |
4 |
6 |
8 |
10 |
12 |
spellen |
1-4 |
5-8 |
9-12 |
13-16 |
17-20 |
21-24 |
Het overzicht voor een schema met 10 paren en 6 rondes van 4 spellen ziet er als volgt uit:
Mpx NBB ’93, Paren 10, Ronden: 6, Spelgroepen 6, Tafels: 6
|
Tafel 1 |
Tafel 2 |
Tafel 3 |
Tafel 4 |
Tafel 5 |
Tafel 6 |
Ronde 1 |
1- 2:A |
3- 4:B |
5- 6:C |
7- 8:D |
9-10:E |
|
Ronde 2 |
4- 7:A |
6- 9:B |
10- 8:C |
2- 5:D |
|
1- 3:F |
Ronde 3 |
9- 8:A |
10- 1:B |
3- 2:C |
|
7- 6:E |
5- 4:F |
Ronde 4 |
6- 3:A |
8- 5:B |
|
1- 9:D |
4- 2:E |
10- 7:F |
Ronde 5 |
5-10:A |
|
7- 1:C |
4- 6:D |
3- 8:E |
9- 2:F |
Ronde 6 |
|
7- 2:B |
9- 4:C |
3-10:D |
5- 1:E |
6- 8:F |
De letters A t/m F geven de spelgroepen weer.
Als er 4 spellen per ronde worden gespeeld dan staat A voor de spellen 1-4, B voor spellen 5-8, etc.. Spelgroep F bevat dus de spellen 21-24.
Het eerstgenoemde paar speelt noord-zuid en het tweede genoemde paar oost-west.
Bijvoorbeeld het grijze vakje ‘4-7:A’. Dat betekent: in de 2e ronde spelen aan tafel 1 de paren 4 (noord-zuid) en 7 (oost-west) spelgroep A (borden 1-4).
In het andere grijze vakje ‘3-8:E’: in de 5e ronde spelen de paren 3 (noord-zuid) en 8 (oost-west) aan tafel 5 spelgroep E (borden 17-20).
Uit zo’n schema volgen de gidsbriefjes, bijvoorbeeld voor de paren 4 en 7:
Lijn A |
||||
Paar 4: (naam ontbreekt) & (naam ontbreekt) |
||||
Ronde: |
Tafel: |
Tegen paar: |
Spellen: |
Met tafel: |
1 |
2-OW |
3 |
5-8 |
|
2 |
1-NZ |
7 |
1-4 |
|
3 |
6-OW |
5 |
21-24 |
|
4 |
5-NZ |
2 |
17-20 |
|
5 |
4-NZ |
6 |
13-16 |
|
6 |
3-OW |
9 |
9-12 |
Lijn A |
||||
Paar 7: (naam ontbreekt) & (naam ontbreekt) |
||||
Ronde: |
Tafel: |
Tegen paar: |
Spellen: |
Met tafel: |
1 |
4-NZ |
8 |
13-16 |
|
2 |
1-OW |
4 |
1-4 |
|
3 |
5-NZ |
6 |
17-20 |
|
4 |
6-OW |
10 |
21-24 |
|
5 |
3-NZ |
1 |
9-12 |
|
6 |
2-NZ |
2 |
5-8 |
Uit bovenstaand schema en de gidsbriefjes blijkt:
- Ieder paar speelt alle spellen.
- De paren spelen soms noord-zuid en soms oost-west. Er zijn ook schema’s waarbij de paren gedurende de hele zitting in dezelfde richting blijven zitten.
- De spellen blijven gedurende de hele avond op dezelfde tafel liggen. Daarom moeten de paren na een ronde altijd naar een andere tafel.
- Er zijn slechts tien paren, maar wel zes tafels. Er is dus iedere ronde één tafel leeg. Dat zou veranderd kunnen worden door bijvoorbeeld tafel 6 weg te halen en dan iedere keer als de spellen 21-24 gebruikt worden te kijken aan welke tafel niet gespeeld wordt en daar dan de spellen 21-24 en tafelblad nummer 6 neer te leggen. Dan is een tafel minder nodig. Maar dat heeft als nadeel dat er fouten gemaakt kunnen worden door het spelen van een verkeerde spelgroep.
- Iedere ronde is de lege tafel steeds de naast-lagere tafel van die van de vorige ronde.
- Dit schema gebruikt de universele beginposities.
Het volgende schema heeft het kenmerk ‘aanbreitafels’.